| Japan in de Sengoku-periode: iedere speler speelt de rol van machtige daimyo en geeft |
| leiding aan zijn troepen. Aan het begin van het spel moet een goede uitgangspositie |
| verworven worden. Iedere daimyo heeft 10 acties tot zijn beschikking om zijn rijk te |
| ontwikkelen om zo punten te scoren. Daarbij moet hij zijn legers slim inzetten. De |
| spelers bepalen elke ronde in welke van hun provincies welke actie uitgevoerd wordt. |
| Bij een gevecht tussen twee legers speelt de unieke dobbeltoren de hoofdrol. De |
| legers van beide partijen worden tegelijk in de toren geworpen en de blokjes die er |
| daarna uitvallen bepalen de uitslag van het gevecht. Een provincie, tempel, theater |
| of paleis levert punten op bij de waardering. Na twee rondes wint de daimyo met de |
| meeste punten. Hij wordt SHOGUN. |
